Vraag 1 van 24
Reken uit en schrijf je antwoord als een breuk.
1/3 + 1/4
Vraag 2 van 24
Reken uit en schrijf je antwoord als een breuk.
3/4 + 3/8 * 5/2
Vraag 3 van 24
Reken uit:
72% van 69
Vraag 4 van 24
Reken uit:
Als €200 gelijk is aan 112%. Hoeveel euro is dan 100%?
Vraag 5 van 24
In de uitverkoop ziet Bob een nieuwe printer van €120 waarop 24% korting wordt gegeven.
Wat moet Bob voor de printer betalen?
Vraag 6 van 24
Sabrina koopt bij H&M een trui voor €56 inclusief 21% BTW.
Wat is de prijs van deze trui exclusief BTW?
Vraag 7 van 24
Reken uit:
54+72/10
Vraag 8 van 24
Een nieuw te realiseren mediapark wordt 179 meter breed en 194 meter lang.
Wat wordt de oppervlakte in hectare?
Vraag 9 van 24
Karen heeft €1000 op de bank gezet. Ze kijgt 2% rente per jaar.
Als Karen de rente niet opneemt maar op de bank laat staan, wat is dan het bedrag dat ze aan het einde van het 5e jaar op de bank heeft staan?
Vraag 10 van 24
Drie meisjes verdelen 12 snoepjes onder elkaar in de verhouding 1 (Venice) : 2 (Cindy): 3 (Floortje).
Hoeveel snoepjes krijgt Floortje?
Vraag 11 van 24
Een autobus verbruikt 1 liter dieselolie per 9 km. 1 Liter dieselolie kost gemiddeld €1,50. De autobus rijdt op en neer naar Barcelona. De afstand is 3.000 km in totaal (retour).
Wat zijn de totale brandstofkosten van deze reis?
Vraag 12 van 24
Wesley heeft een auto gehuurd bij Rent-a-Car. Voor een dag huur moet hij €59 betalen. Daarnaast kost de auto aan huur €0,20 per gereden kilometer. Als Wesley de auto na een dag terugbrengt krijgt hij een rekening van €70.
Hoeveel kilometer heeft Wesley die dag gereden in hele kilometers?
Vraag 13 van 24
In het jaar 2014 kwamen er 50.000 gasten in een hotel.
In 2013 kwamen 45.000 gasten en in 2012 40.000 gasten.
Bereken de index van 2014 als 2012 het basisjaar is.
Vraag 14 van 24
Uit een onderzoek naar de vakantie-uitgaven blijkt het volgende:
200 gezinnen zijn niet op vakantie geweest.
250 gezinnen hebben €1.500 aan vakantie uitgaven.
500 gezinnen hebben €2.000 aan vakantie uitgaven.
300 gezinnen hebben €2.500 aan vakantie uitgaven.
Wat waren de gemiddelde vakantie uitgaven in dit onderzoek?
Vraag 15 van 24
Vijf vrienden gaan eten in een restaurant. De rekening is €185.
Ze willen de rekening verdelen in dezelfde verhouding als hun inkomen.
De verhouding van hun inkomen is als 6:5:3:4:2
Hoeveel betaalt de meest verdienende?
Vraag 16 van 24
Een toerist wil weten hoe groot de afstand is van zijn hotel naar het vliegveld. De plattegrond heeft een schaal van 1 op 50.000. Op de kaart is de afstand tussen een hotel en het vliegveld hemelsbreed 20 centimeter. De afstand over de weg is naar schatting 1,5 keer zo lang.
Hoe groot is deze afstand in werkelijkheid in kilometers?
Vraag 17 van 24
De componenten van een reisarrangement bestaan vaak uit Vervoer, Verblijf en Vermaak. Voor een arrangement naar Spanje heeft een touroperator de accommodatie ingekocht voor €250, het vliegticket voor €325 en de excursies voor €125. De verkoopprijs is vastgesteld op €795. De brutomarge is het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopkosten van de componenten.
Hoeveel is de brutomarge als percentage van de verkoopprijs?
(afronden op één decimaal)
Vraag 18 van 24
Je leent €600 van je vader om eens lekker op vakantie te gaan. Omdat hij je wilt leren om goed met geld om te gaan wordt er afgesproken dat je het in 6 maanden gaat terugbetalen. Geld lenen kost geld en dus moet je ook rente betalen. De rente is 1% per maand over het aan het einde van elke maand nog uitstaande bedrag van de lening. Aflossing en rente worden telkens aan het eind van iedere maand betaald.
Wat is het bedrag aan rente plus aflossing dat je in de eerste 2 maanden moet betalen?
Vraag 19 van 24
Een familiehotel heeft 40 kamers en is in het toeristenseizoen gedurende 200 dagen per jaar geopend. Het kamerbezettingspercentage was 65%. Er overnachten gemiddeld 1,7 gasten per kamer.
Hoeveel gast-overnachtingen zijn er dit jaar geweest?
Vraag 20 van 24
Een ondernemer koopt een bedrijfsauto voor €40.000 en rijdt de komende 6 jaren met deze auto. De afschrijvingsmethode is met een vast bedrag per jaar. Na 6 jaar is de restwaarde vermoedelijk nog €4.000.
Wat zijn de jaarlijkse afschrijvingskosten van deze auto?
Vraag 21 van 24
Stel, de inkoopprijs van een reis bedraagt €645 en de winstmarge is 11% van de verkoopprijs.
Wat is dan de verkoopprijs? (afronden op hele euro’s)
Vraag 22 van 24
Tijdens een rondreis door Noorwegen haalt iemand 2.000 Noorse Kronen uit de geldautomaat. De koers is als volgt:
Aankoopkoers 1 euro = 7,3266 Noorse Kronen.
Verkoopkoers 1 euro = 9,1710 Noorse Kronen.
Hoeveel euro is er van de rekening afgeschreven?
(afronden op hele euro’s)
Vraag 23 van 24
Een vereniging wil de Floriade met de bus bezoeken. In de bus kunnen maximaal 50 personen, en dus kunnen er maximaal 50 leden mee. De kosten van de bus zijn €600 voor een hele dag. De entree van de Floriade kost €25 per persoon. In de excursie Inbegrepen zijn 2 consumpties waarvoor de organisatie €5 moet betalen. De deelnemers moeten €50 betalen om mee te kunnen. De lunch is voor eigen rekening.
Bereken bij hoeveel deelnemers er geen verlies wordt geleden.
Vraag 24 van 24
De webwinkel Fietsvakantiewinkel.nl heeft aan de leverancier €25,40 betaald voor de inkoop van een EHBOset. Deze prijs is inclusief 21% BTW.
Wat is de inkoopprijs voor de winkelier exclusief BTW?
